Refractometers

Wat is een refractometer?

Een refractometer is een eenvoudig instrument dat wordt gebruikt voor het meten van concentraties van waterige oplossingen zoals gassen, vloeistoffen en doorschijnende vaste stoffen. Afhankelijk van de toepassing zijn er verschillende soorten refractometers verkrijgbaar. Refractometers kunnen handheld, compact, benchtop, Abbe en Brix zijn, maar ook verschillende typen voor het meten van materialen zoals zout, suiker of accuzuur.

Waar wordt een refractometer voor gebruikt?

Refractometers worden gebruikt in het laboratorium en in veel industrieën, waaronder de landbouw-, voedingsmiddelen-, chemische en productie-industrie. In het laboratorium meten refractometers de samenstelling van monsters uit vele industrieën. Sommige refractometers zijn ontworpen voor uitdagende monsters en bieden zeer nauwkeurige metingen. In de voedingsindustrie worden refractometers op veel manieren gebruikt, waaronder het meten van suiker en zout. Bij het maken van wijn kunnen Brix-refractometers het suikergehalte van het druivensap controleren. Suiker kan worden gemeten in gelei en jam, melk, vruchtensap en andere soorten dranken. Het zoutgehalte kan worden gemeten in pekel, kaas of zelfs in bakkerijproducten. In de landbouw gebruiken imkers refractometers om het vochtgehalte in honing te controleren. Refractometers kunnen ook het watergehalte van melk meten of de concentratie van sojamelk bepalen. Refractometers kunnen ook chemische concentraties meten, mengsels valideren en de zuiverheid van materialen bepalen. Bij de productie zorgen inline procesrefractometers voor de samenstelling van stoffen, regelen ze de verdunning en controleren ze de zuiverheid van een stof.

Wat meet een refractometer?

Met behulp van deze waarden kunt u de concentraties van oplossingen bepalen. Oplossingen hebben bijvoorbeeld verschillende brekingsindexen, afhankelijk van hun concentratie in water.

prisma in een refractometer:

Het prisma in de refractometer heeft een grotere brekingsindex dan de oplossing. Metingen worden afgelezen op het punt waar het prisma en de oplossing elkaar ontmoeten. Bij een oplossing met een lage concentratie is de brekingsindex van het prisma veel groter dan die van het monster, waardoor een grote brekingshoek en een lage aflezing ("A" in diagram) ontstaat. Het omgekeerde zou gebeuren met een oplossing met een hoge concentratie ("B" in diagram).